Marc VAN TRIMPONT
Gerardimontium 267 (mei - juni 2016)
Marc VAN TRIMPONT, Belgische jurisprudentie inzake oorlogsmisdaden (Binnenkrant), in: Gerardimontium 267, Geraardsbergen, 2016.
Defensie. Krijgsgeschiedenis. Wereldoorlogen (355)
Deze studie is het resultaat van teamwork. Het overstijgt het niveau van een opsomming en aaneenschakeling van feitjes en herinneringen uit tweede of derde hand. De materie werd wetenschappelijk benaderd en de teksten zijn stevig onderbouwd. En toch leest het boek als een trein. Het brengt het verhaal van wat de Geraardsbergenaars in de jaren 1914-1918 hebben meegemaakt, zowel diegenen die zich in een gevechtszone bevonden als diegenen van het thuisfront al dan niet in bezet gebied. Door het hele relaas over het leven in het bezette Geraardsbergen heen, loopt één rode draad, namelijk het over het bijna vier jaar durende schrikbewind uitgeoefend door de 2de in bevel van de Kommandantur, luitenant Robert Schwartz. Maar what is in a name? De vraag stellen is ze beantwoorden want men zou bijna gaan geloven dat deze Duitse officier een voorbestemde naam had! De talloze “zwarte” dagen van willekeur en terreur waarvan Geraardsbergenaars het slachtoffer werden, dienen op zijn conto te worden geschreven. Vandaag nog, zowat 100 jaar na de feiten, spreken ze tot de verbeelding. Geen wonder dat ze een inspiratiebron vormen voor beeldspraak, wat tot uiting komt met de woordspeling in de titel van dit boek. Bekeken door een zuiver strategische bril, was Geraardsbergen in 1914-1918, net als tijdens de jongste wereldoorlog, van geen of weinig belang. Niettemin is er een en ander over gepubliceerd. Samengevat zou men kunnen stellen dat de geschiedschrijving over de vier oorlogsjaren zich beperkt tot drie kroniekmatige publicaties. Er is vooreerst het dagboek van Augusta de Clercq die de gebeurtenissen in haar bezette stad heeft meegemaakt. Onmiddellijk na de oorlog, in 1919, verscheen het Oorlogsboek van het Davidsfonds waar ruim 20 bladzijden gewijd zijn aan wat zich afspeelde in Geraardsbergen. En dan is er de uitgave uit 1980, Geraardsbergen tijdens Wereldoorlog 1914-18, door Marcel J. Van Kerckhoven. Geschiedschrijving is nooit af. Dit gegeven kwam ook hier vrij snel aan de oppervlakte. Tal van vragen rezen vanzelf. Zo bijvoorbeeld is het, voor een goed begrip, aangewezen enig inzicht te hebben over de organisatie van het Duits bestuur zowel nationaal als lokaal. En hoe was het gesteld met de beschikbaarheid van levensmiddelen? En meer in het algemeen, hoe was het economisch leven en het socio-cultureel klimaat in onze stad? Of nog, was er in Geraardsbergen sprake van collaboratie met de Duitse bezetter? En wat met de tewerkstelling [verplichte arbeid] in Duitsland? En verder, zijn er sporen overgebleven van de Duitse aanwezigheid in Geraardsbergen? En met betrekking tot de dienstplichtigen, hoe zat het met de jongens die in het buitenland, bijvoorbeeld in Engeland, vertoefden? Hoe brachten ze daar de tijd door? En ontsnapten die dan aan de militaire dienstplicht? En dan, de hamvraag hoe verging het de jongens aan het front, in de vuurlinies? En ten slotte was er de mishandeling van 14 kinderen, een dramatische zaak die na de oorlog geleid heeft tot een proces in Leipzig, wat een determinerende rol heeft gespeeld in de Belgische jurisprudentie inzake oorlogsmisdaden. Al deze vragen en onderwerpen worden in deze studie aangesneden en behandeld.