Gerardimontium vulgo GheertsbergheGerardimontium
Geraardsbergse vereniging voor lokale geschiedenis

PDF

Gerardimontium 254

maart - april 2014


“Hoe wonder is toch een menschenhart”. Fragmenten uit het leven van Augusta De Clercq (Deel 1)

Dirck SURDIACOURT

Gevat en bondig maar toch uitgebreid maakt de lezer via deze tweedelige bijdrage kennis met een merkwaardige vrouw, Augusta de Clercq (1887-1944). Meer bepaald voor wat betreft de geschiedenis van haar geboortestad mag haar inbreng belangrijk worden genoemd onder meer dankzij haar dagboek waarin ze zorgvuldig gebeurtenissen noteerde die ze beleefde tijdens de Eerste Wereldoorlog.

Biografie. Prosopografie. (929) 


Het domein Ducia. Deel 1: vermelding in de polyptiek van de Sint-Pietersabdij van Lobbes

Chris CLAUS

Met de polyptiek [kadastrale documenten] van Lobbes beschikken we over een unieke bron over het plattelandsleven in onze streek ten tijde van de vroege middeleeuwen. En dit is ook toepasselijk op het domein Ducia. De ‘Dutse’ toponiemen wijzen voor wat betreft de geografische situering van Ducia naar de oostelijke helft van de huidige deelgemeente Goeferdinge.

Middeleeuwse geschiedenis (94.033) 


De Kruisboogschuttersgilde van Sint-Joris te Geraardsbergen. Dl. 1: Kroniek aan de hand van de bestaande bronnen en literatuurverwijzingen

Christ VAN CAUWENBERGE

Tijdens het ancien regime waren er gedurende een bepaalde tijd drie schuttersgilden actief. Allereerst de kruis- en voetboogschuttersgilde Sint-Joris, de oudstgeende die reeds in de 14de eeuw vermeld wordt. Vervolgens de Sint-Sebastiaansgilde van de handboogschutters en de Sint-Andriesgilde die, te beginnen van 1610, de haakbusschutters of kolveniers groepeerde. Voor Deel 2 en 3, zie volgnummer 131 onder Jacques DE RO.

Openbaar en maatschappelijk leven. Feesten. Volksfiguren (394) 


Voetschrapers in het straatbeeld van Geraardsbergen

Philippe HAEGEMAN

Tot het begin van de 20ste eeuw waren de voetpaden, als die er al waren, een gesel voor de voetgangers. De deels of zelfs niet verharde straten waren continue modder en afvalstroken. Bovendien lieten paarden, vee en honden die als lastdieren ingezet werden voor transport, een spoor van uitwerpselen achter. Vandaar dat men een beroep deed op een zogeheten décrotteur [schoenenpoetser] die voor een aalmoes de bemodderde schoenen van passanten reinigde. Nu, het zou evenwel handiger zijn indien dit karweitje te kunnen doen net voor het betreden van een gebouw. En dit ligt meteen aan de basis van de plaatsing van een lemmet van gesmeed ijzer dat in de muur werd verankerd.

Architectuur (72)