Freddy DE CHOU
In deze studie, gepubliceerd n.a.v. het 175-jarig bestaan van België, brengt de auteur een antwoord op volgende vragen: Wie had in 1830 het lokaal beleid in Geraardsbergen in handen? Konden de beleidsmakers hun zeggenschap handhaven na de onafhankelijkheid? Wie kwam er eventueel in hun plaats? Hoe werden ze door de centrale overheid beoordeeld na enkele jaren aan het bestuur?
Verschenen in: Gerardimontium 203
Verkiezingen (324)
Jean MARQUEBREUCK
Tot 1887 waren het leden van de zogeheten sackdragers die de reuzen droegen in de processie. In deze bijdrage geeft de auteur de lijst van deze dragers uit de periode 1753-1771.
Verschenen in: Gerardimontium 202
Openbaar en maatschappelijk leven. Feesten. Volksfiguren (394)
James MARCHAND
Jacques Brel (1929-1978) heeft via zijn moeder Elise van Adorp zijn wortels in Overboelare, thans een deelgemeente van Geraardsbergen. De grootvader van Elise voornoemd, Augustin van Adorp, evenals diens voorouders leefden inderdaad in het Geraardsbergse; het geslacht Van Adorp is evenwel afkomstig uit de streek van Haacht.
Verschenen in: De Heemschutter 189
Genealogie (929.5)
Jacques VERSCHAFFEL
Een van de hoogtepunten van het jaarlijks Krakelingenfeest in Geraardsbergen is de rituele teug uit de platte zilveren drinkschaal waaruit kleine visjes in rode wijn worden opgeslurpt. De auteur brengt de geschiedenis en de achtergronden van deze eind 16de- begin 17de-eeuwse schaal.
Verschenen in: Gerardimontium 199
Kunstsmederij (739)
Marc VAN TRIMPONT
In mei 1944 werd de Geraardsbergse pianolerares Isabelle Fischlowitz opgepakt door de Duitsers. Voordien al, in september 1942 ondergingen ook Roza Coster, weduwe Jacoby, en haar twee dochters hetzelfde lot. Alle vier werden ze na hun arrestatie even opgesloten in het “SS-Sammellager Mecheln” alvorens op transport te worden gezet naar de ultieme “Endlösung” in Auschwitz. Deze vrij uitvoerige bijdrage kwam tot stand mede dank zij de samenwerking met David M. Fislow uit Washington, een dichte verwant van Isabelle.[6]
Verschenen in: Gerardimontium 225
Defensie. Krijgsgeschiedenis. Wereldoorlogen (355)
Dirck SURDIACOURT
Voor zover ons bekend, bestaan er vier naamlijsten van het Geheim Leger. De eerste bevat een overzicht van de leden met een codenummer, bijvoorbeeld C.S.818xx. Daarnaast bestaan er nog twee ledenlijsten die de toestand op 3 september 1944 weergeven en ongeveer dezelfde namen bevatten. Een van deze lijsten is ondertekend door “le commandant C.S.818” de bevoegde bevelhebber Vanden Broele en draagt de stempel van het G.L1. Een vierde, handgeschreven lijst, hebben we teruggevonden in de familiedocumenten van Jean Vertongen. Deze lijst bevat de namen van 53 verzetslieden van de verzetsgroep C.S.818 met vermelding van hun woonplaats, geboortedatum, hun graad in het leger en in het Geheim Leger en de datum van hun aanwerving.
Verschenen in: Gerardimontium 288
Defensie. Krijgsgeschiedenis. Wereldoorlogen (355)
Dirck SURDIACOURT
Op 12 juli 1944 stuurt zowel opperbevelhebber generaal Dwight Eisenhower als veldmaarschalk Bernard Montgomery gelukwensen aan luitenant-generaal Jules Pire van het Geheim Leger. Deze ondergrondse militaire verzetsorganisatie heeft door tucht en moed bewezen een belangrijke positieve inbreng te hebben gehad bij het verloop van de krijgsverrichtingen in de aanloop naar de Bevrijding. Voor de mensen is het allemaal niet zo duidelijk. De man in de straat heeft er geen benul van welke verzetsbewegingen er opereren. Pas na de oorlog krijgen ze meer zicht op het kluwen van inlichtingsdiensten en verzetsorganisaties.
Verschenen in: Gerardimontium 287
Defensie. Krijgsgeschiedenis. Wereldoorlogen (355)
Freddy DE CHOU, Karel Lodewijk GROENINCKX
In augustus 1902 schrijft Karel Lodewijk (Louis) Groeninckx, de toenmalige hoofdonderwijzer van de gemeenteschool in Idegem, in een prachtig handschrift een boekje dat hij de titel meegeeft: “Gemeente Idegem -Geschiedkundig overzicht van het Lager Onderwijs”. In tweeënveertig in sierlijke letters geschreven bladzijden behandelt hij de “stoffelijke inrichting en opvoedkundige waarde van het onderwijs” voor de periode 1831-1902. Het manuscript is buitengewoon interessant, niet enkel wat betreft taal en schoonschrift, maar ook betreffende de beschrijving van de inhoudelijke aspecten van het onderwijs in een landelijke gemeente in de 19de eeuw. Het is bovendien een unieke getuigenis van iemand die het zelf allemaal van op de eerste rij, als leerling, onderwijzer en hoofdonderwijzer, heeft meegeleefd. Waarschijnlijk bestaat er van het document slechts één exemplaar. Vrij toevallig kwamen we het op het spoor. Om zijn grote historische waarde hebben we besloten het merkwaardig boekje anastatisch nogmaals te heruitgeven.
Verschenen in: Gerardimontium 300
Algemeen vormend onderwijs (373), Algemene geschiedenis (94)
Jacques DE RO
Geraardsbergen staat bekend om zijn drie M’s: Muur, Manneken-Pis, Mattentaart. Maar er is nog een vierde M te vermelden: de Marbol. Volgens het verslag van de gemeenteraad van 9 oktober 1929 zouden er “in België slechts 2 à 3 dergelijke kunststukken bestaan”. Al in de oudst bewaarde stadsrekening van 1392-1393 wordt het bestaan van deze fontein op de Markt bevestigd, wat betekent dat ze ouder is dan het Manneken-Pis, dat vooral de laatste decennia veel aandacht heeft gekregen.
Verschenen in: Gerardimontium 274
Openbare gebouwen. Handels- en bedrijfspanden (725)
Jacques DE RO
De Marbol, de gotische fontein op de Markt van Geraardsbergen, wordt al vermeld als ‘merch borre’ in de oudst bewaarde stadsrekening van 1392-1393. Eeuwenlang trotseert zij periodes van oorlog en vernieling, maar in de 19de eeuw is zij duidelijk aan restauratie toe. Vanuit het stadsbestuur is er een vraag naar bescherming en herstel. Een eerste poging tot restauratie in 1902-1903 met de Leuvense bouwmeester P. Langerock, mislukt. Tijdens de Eerste Wereldoorlog waagt men zich aan een nieuwe poging…
Verschenen in: Gerardimontium 275
Openbare gebouwen. Handels- en bedrijfspanden (725)