Jacques DE RO
Gerardimontium 196 (juli - augustus 2004)
Jacques DE RO, Waterkracht versus mechanische drijfkracht. Evolutie van de watermolens in Geraardsbergen en deelgemeenten, dl. 3, in: Gerardimontium 196, Geraardsbergen, 2004.
Molinologie (620.9)
Tot diep in de 20ste eeuw leverden de natuurelementen (water en wind) de enige energiebron voor de vervaardiging van zowel basisvoedingsstoffen (bvb. graan, olie, mout) als luxegoederen (bvb. papier). Na de intrede van de eerste stoommachine – in Geraardsbergen in 1838 – stonden de molenaars voor een belangrijke keuze: behoud van de waterkracht of invoeren van mechanische drijfkracht. En dus verdwenen geleidelijk alle watermolens… Dat die stoomketels in de beginperiode niet helemaal zonder gevaar waren wordt geïllustreerd door de ontploffing in september 1846 van de pas geïnstalleerde stoomketel in de papierfabriek Fontaine “gelegen aen de Lessensche poort”. In deze uitvoerige en grondige studie (teruggaande tot diep in het ancien régime) heeft de auteur niet alleen aandacht voor meer algemene aspecten in verband met de geschiedenis van de watermolens, maar hij belicht bovendien de evolutie van de bedrijfs- en eigendomsstructuur van sommige watermolens in het Geraardsbergse. Tevens stipt hij het verband aan tussen het molenaarsbedrijf en de politieke dynastievorming in Geraardsbergen en deelgemeenten. Benevens de molens in Geraardsbergen worden deze uit de deelgemeenten uitvoerig belicht, meer bepaald uit Goeferdinge, Grimminge, Idegem, Nederboelare, Ophasselt, Smeerebbe-Vloerzegem, Viane, Zandbergen, Zarlardinge. Tal van reproducties van oude foto’s en origineel illustratiemateriaal.