Marc VAN TRIMPONT
Fragmenten uit de Geraardsbergse lokale pers anno 1846-1847, hoofdzakelijk uit De Volksverdediger, daarnaast ook uit de Gazette van Geerardsbergen en De Denderbode. Van 1997 t.e.m. 2006 verschenen 59 afleveringen in ons tijdschrift, dit is, op het nummer 203 na, één aflevering in elk nummer.
Hedendaagse geschiedenis (94.035/036)
Jacques DE RO
Het Sint-Jorisgilde en mutatis mutandis het Gildenhof van Sint-Joris en het hedendaagse Sint-Jorishof zijn zeer verwant. Deze bijdrage brengt de hele geschiedenis van deze drie “monumenten”, te beginnen met de corporatie van de kruisboogschutters waarover kroniekschrijver Meyerus wist te vertellen dat sommigen van haar leden zich hebben onderscheiden tijdens een groots tornooi gehouden in Doornik in juli 1394. Overigens stelt de auteur vast dat het uitzicht van het historische marktplein de laatste decennia veel van zijn schoonheid heeft ingeboet en breekt hij een lans voor meer aandacht vanwege de stedelijke overheid voor het nog resterende historisch gebouwenpatrimonium.
Openbare gebouwen. Handels- en bedrijfspanden (725)
Jan COPPENS
In deze bijdrage maakt de lezer kennis met een “leutigen ommegang”, uniek in Vlaanderen. Elke stad of dorp heeft (had) wel een processie maar nergens ziet men de relikwieën van een heilige door de stad dragen, terwijl alle verenigingen (vroeger gilden) van gelijk welke overtuiging (zowel gelovigen als ongelovigen) mee opstappen. De oorsprong is weliswaar een louter Christelijke gebeurtenis, namelijk de overbrenging in 1515 van de relieken van de H. Bartholomeus naar de parochiekerk op de Markt. Even merkwaardig is de processiemuziek van Concertband Sint-Cecilia. Waar komen de liedjes vandaan? Door wie werden ze gecomponeerd? In deze bijdrage komt een en ander aan het licht.
Heiligen en heiligenverering (235), Muziek (78), Openbaar en maatschappelijk leven. Feesten. Volksfiguren (394)
Luc VAN SCHOORS
Rubriek in het Geraardsbergs dialect. Verscheen van 1997 t.e.m. 2001 in elk nummer; nadien in elk paar nummer. Waarom deze rubriek, voorloper van een heus woordenboek, ligt voor de hand. Dialecten zijn in verval geraakt om uiteenlopende redenen. Bedoeling is niet het gebruik van het Giesbaargs te propageren maar wel om het van verdwijning te behoeden. Een merkwaardig fragment uit deze bijdragen is de “Internationale” in het Giesbaargs. “w”-woordjes; scheldwoorden; beroep en gereedschap; fauna en flora; spijs en drank.
Dialect (800/87)
Jacques DE RO
Tot diep in de 20ste eeuw leverden de natuurelementen (water en wind) de enige energiebron voor de vervaardiging van zowel basisvoedingsstoffen (bvb. graan, olie, mout) als luxegoederen (bvb. papier). Na de intrede van de eerste stoommachine – in Geraardsbergen in 1838 – stonden de molenaars voor een belangrijke keuze: behoud van de waterkracht of invoeren van mechanische drijfkracht. En dus verdwenen geleidelijk alle watermolens… Dat die stoomketels in de beginperiode niet helemaal zonder gevaar waren wordt geïllustreerd door de ontploffing in september 1846 van de pas geïnstalleerde stoomketel in de papierfabriek Fontaine “gelegen aen de Lessensche poort”. In deze uitvoerige en grondige studie (teruggaande tot diep in het ancien régime) heeft de auteur niet alleen aandacht voor meer algemene aspecten in verband met de geschiedenis van de watermolens, maar hij belicht bovendien de evolutie van de bedrijfs- en eigendomsstructuur van sommige watermolens in het Geraardsbergse. Tevens stipt hij het verband aan tussen het molenaarsbedrijf en de politieke dynastievorming in Geraardsbergen en deelgemeenten. Benevens de molens in Geraardsbergen worden deze uit de deelgemeenten uitvoerig belicht, meer bepaald uit Goeferdinge, Grimminge, Idegem, Nederboelare, Ophasselt, Smeerebbe-Vloerzegem, Viane, Zandbergen, Zarlardinge. Tal van reproducties van oude foto’s en origineel illustratiemateriaal.
Molinologie (620.9)
Marc VAN TRIMPONT
Voorouderreeks. Paul Pieraert behaalde in 1895 aan de Leuvense universiteit zijn artsendiploma met de grootste onderscheiding. Hij was o.m. volksvertegenwoordiger voor de Katholieke Partij (1902-1904, 1907-1910) en hij werd, na zijn overlijden, in die hoedanigheid opgevolgd door Romain Moeyersoen, de latere baron. Pieraerts lidmaatschap van de Katholieke Partij van Charles Woeste zou bij de oppervlakkige lezer de indruk kunnen wekken te doen te hebben met een niet sociaalvoelend iemand. Helemaal ten onrechte want niet voor niets werd hij na zijn overlijden vereerd als een held en werd hem spontaan het predikaat van dokter der armen toegekend[26].
Genealogie (929.5)