Louis DE COCK
Bij het overlijden van Mathieu-Jean Courcol, die zijn naam aan het Karkoolbos gaf, werd een schattingsver.slag opgemaakt van het Boelarebos, het deel van het Raspaillebos dat hij bezat. Dit document geeft een idee van de manier waarop de waarde van verschillende ‘houwen’ of ‘tailles’ bepaald werd. In een eerste deel gaan we in op de geschatte percelen en op de schatters zelf.
Verschenen in: Gerardimontium 310
Cartografie . Landmeetkunde (528)
Marleen DE CEUKELAIRE
Deze rijk geïllustreerde bijdrage werpt het licht op de verschillende soorten natuursteen die werden gebruikt en waar die vandaan kwamen, maar onthult voor een stukje ook de ondergrond via de keuze van het verwerkte gesteente.
Verschenen in: Gerardimontium 261
Architectuur (72)
Luk BEECKMANS
Tijdens een (nood)opgraving die in de jaren 1990 plaats vond achter het gewezen Volkshuis op de Markt te Geraardsbergen kwam een steengoedkruikje te voorschijn. Het dateert uit de late 16de tot eerste helft van de 17de eeuw en is naar alle waarschijnlijkheid vervaardigd in de ateliers van Bouffioulx-Châtelet (Henegouwen).
Verschenen in: Gerardimontium 256
Archeologie (902)
Luk BEECKMANS
Tijdens een (nood)opgraving die in de jaren 1990 plaats vond achter het gewezen Volkshuis op de Markt te Geraardsbergen kwam een steengoedkruikje te voorschijn. Het dateert uit de late 16de tot eerste helft van de 17de eeuw en is naar alle waarschijnlijkheid vervaardigd in de ateliers van Bouffioulx-Châtelet (Henegouwen).
Verschenen in: Gerardimontium 270
Archeologie (902)
Freddy DE CHOU
In 1818 kreeg Idegem een gemeentewapen met als blikvanger de afbeelding van de sluis. In deze afbeelding staat duidelijk de (hoofd)letter ‘I’ van Idegem. Rijk geïllustreerde bijdrage.
Verschenen in: Gerardimontium 263
Architectuur (72)
Jacques DE RO
De ondertitel van deze bijdrage zegt duidelijk waar het over gaat. Er is een sterk vermoeden gewettigd dat Alfred Spitaels (1840-1903) de bouwheer was van dit herengoed waar hij eind 1868 zijn intrek nam. Hij is de zoon van Pierre-Jean (1768-1851) x Julie Hélène Wolfcarius. Onder de latere eigenaars vernoemen we Armand Maquestiau (1892-1963) die het goed verwierf in 1932 en er verbleef tot zijn overlijden.
Verschenen in: Gerardimontium 226
Ruimtelijke ordening. Landschap. Tuinarchitectuur (71)
Marc VAN TRIMPONT
Noteer de twee zinsneden die onder aanhalingstekens staan; het zijn citaten waarmede meteen de tijdgeest in de jaren 1900 verduidelijkt wordt. Scheutist[3] Jules van Trimpont, geboren in Geraardsbergen op 26 april 1869, werkte als missionaris in Kongo-Vrijstaat, meer bepaald in het toenmalige district Boma (Beneden-Kongo), eerst in het Mayumbegebied en vervolgens in het stadje Boma zelf. Een bondige historische evocatie van respectievelijk Congo-Vrijstaat (1885-1908) en Belgisch-Congo (1908-1960) en een flash over 7 sluipmoordenaars, dit zijn evenveel tropische ziekten, wordt gevolgd door een sfeerbeeld van het stadje Boma ten tijde van de pioniers. Dan komt de hoofdbrok van deze bijdrage, namelijk de bekeringswerking van de missionarissen en het werk van Jules van Trimpont zelf. Hij overleed in Boma aan de gevolgen van dysenterie na nauwelijks 28 maanden verblijf in Kongo. Bij wijze van epiloog brengt de auteur het merkwaardige verhaal van Jules’ verloren gewaande priesterkelk (kleurenfoto’s), kelk die echter in de Filippijnen was beland maar sinds 2010 opnieuw in familiehanden is.
Verschenen in: Gerardimontium 202
Missionering (266)
Jean MARQUEBREUCK
Verschenen in: Gerardimontium 210
Luk BEECKMANS
Tijdens de late 19de -begin 20ste eeuw werd bij leemontginning op de Hunnegemkouter (Slachtveldeken) in Overboelare een Merovingisch grafveld aangetroffen (CAI-locatie 501706). Archeologie stond toen nog in haar kinderschoenen en de werklieden beperkten zich – zoals indertijd vaak het geval was – tot het inzamelen van de meest opvallende grafgiften. Deze kwamen in handen van de heer P. Van Cleemputte, eigenaar van het terrein1. Later werd het grafmeubilair verdeeld in de familie. Na verscheidene vermeldingen in archeologische publicaties werden deze vondsten uiteindelijk grondig gepubliceerd in 19912. Enige tijd later schonk de familie Van Cleemputte het grafmeubilair aan het toenmalige Provinciaal Archeologisch Museum van Oost-Vlaanderen in Zottegem-Velzeke (nu AVE, Archeocentrum Velzeke). Eerder waren ook al vondsten uit dit grafveld terechtgekomen in het Stedelijk Museum ‘t Gasthuys in Aalst en in
de Koninklijke Musea voor Kunst- en Geschiedenis te Brussel.
Verschenen in: Gerardimontium 283
Middeleeuwse geschiedenis (94.033)
Jacques VERSCHAFFEL
Het meest bekende gezicht op Geraardsbergen uit vroeger tijden is de zwart-wit of ingekleurde afbeelding, soms lukraak betiteld als een Sanderus of als een Blaeu. Er bestaan echter bij nader toezien meerdere varianten. Een voorbeeld van dit stadgezicht siert de cover van dit boek evenals van ons tijdschrift Gerardimontium. Het gaat vermoedelijk om een ingekleurde kopergravure uit de Nederlandse editie van de Atlas major (1648) van de Amsterdamse uitgever-drukker Joannes Blaeu (1596-1673) wiens drukkerij werd vernield door brand in 1672. In deze brand verdwenen bijna alle koperplaten en de nog resterende boeken, voornamelijk van Sanderus’ Flandria Illustrata (1641-1644). De sleutelfiguren voor de publicatie van de Flandria Illustrata zijn Sanderus en Blaeu. Naast de bespreking van afbeeldingen van Geraardsbergen waarbij stapsgewijs de meeste stadsgebouwen van nabij worden bekeken, schenkt de auteur in deze bijdrage eveneens aandacht aan de samenstelling van het atelier-drukkerij Blaeu in “volle glorietijd” en aan de biografie, de persoonlijkheid en het oeuvre van Sanderus.
Verschenen in: Gerardimontium 197
Landschappen. Dorpsgezichten. Stadsgezichten (7.047)