Anne DE WAELE
Hoeveel voorbijgangers, die langs het stadhuis lopen, zouden zich al afgevraagd hebben wat er zich achter die decoratieve torentjes en kantelen bevindt? Alvorens je fantasie op hol slaat en je je middeleeuwse taferelen van opgesloten jonkvrouwen inbeeldt, lees je dit artikeltje maar. De realiteit is minder romantisch: achter die torentjes, in een prachtige zolder, bevindt zich het geheugen van Groot-Geraardsbergen: het stadsarchief.
Verschenen in: Gerardimontium 277
Archiefinventarissen. Archiefwezen (930.25)
Jacques DE RO
Gedurende zowat anderhalve eeuw kende Geraardsbergen een bloeiende lucifersnijverheid. De introductie van de”solferstek” in de jaren 1840, op een ogenblik van volle textielcrisis in deze stad, kende succes en dit resultaat mag worden toegeschreven aan Guillaume Mertens.
Verschenen in: Gerardimontium 213
Industrieën en ambachten (algemeen) (66/68)
Dirck SURDIACOURT
In het archief van het Nationaal Verbond der Oorlogsinvaliden, sectie Geraardsbergen, bevinden zich tal van dossiers m.b.t. oorlogsinvaliden uit de Eerste Wereldoorlog en ook doch minder in aantal slaande op de Tweede Wereldoorlog en onder meer op meerdere verzetslieden die door de auteur worden opgevoerd.
Verschenen in: Gerardimontium 232
Defensie. Krijgsgeschiedenis. Wereldoorlogen (355)
Marc VAN TRIMPONT
In het brede spectrum van het collaboratielandschap nemen de oostfronters een heel aparte plaats in. Het waren vrijwilligers die, in de jaren 1941-1945, in het kader van de Waffen-SS en, bij uitbreiding, het NSKK en andere geüniformeerde organisaties, samen met of aan de zijde van de Wehrmacht, dit was het Duitse reguliere leger, streden aan het zogeheten oostfront, voornamelijk in de Sovjet-Unie. Op zijn minst een 40-tal Geraardsbergenaars was erbij betrokken. Een op de vier kwam nooit terug: gesneuveld of vermist. Sommigen belandden in Russische krijgsgevangenschap en van één onder hen weten we dat hij jarenlang in één van de talrijke goelags [sovjet-strafkampen] ploeterde waar hij probeerde te overleven en het ook haalde. Het spreekt voor zich dat het wedervaren van deze jonge Geraardsbergenaars onlosmakelijk verstrengeld is met dat van de eenheden tot dewelke ze behoorden. Deze publicatie is opgebouwd in 3 delen. In Deel 1 maakt de lezer kennis met het Vlaams Legioen. Hij maakt de vuurdoop mee van dit korps, wat later gevolgd door de slag bij Krasny-Bor (Leningrad) waar, voor het eerst, Geraardsbergenaars sneuvelden of vermist werden. In Deel 2 ziet men hoe het Vlaams Legioen als dusdanig werd opgedoekt en opgewaardeerd tot een brigade (mei 1943) en later divisie (september 1944), Langemarck genaamd. De lezer volgt dan het verdere verloop van de gebeurtenissen met o.m. de veldslagen bij Zjytomir, Jampol en Narwa. Opnieuw lieten Geraardsbergenaars het leven. En vanzelfsprekend komt hij ook te weten hoe het de Geraardsbergse oostfrontstrijders die de apocalyptische toestanden overleefden, vergaan is. In Deel 3 wordt ingegaan op bepaalde vragen die als vanzelf rijzen in verband met het fenomeen van de oostfrontstrijders. Na een paar flitsen i.v.m. de Duitse militaire aanwezigheid in Geraardsbergen, wordt een beeld opgehangen van de gewapende collaboratiegroepen in België. Vervolgens maakt men nader kennis met de Waffen-SS versus Allgemeine SS. Verder verwerft men enig inzicht over de motivatie voor het engagement van de oostfrontstrijders. Terloops komt ook het Waals Legioen te berde. Tot slot wordt aandacht besteed aan wat zich voordeed eens de oorlog voorbij.
Verschenen in: Gerardimontium 259
Defensie. Krijgsgeschiedenis. Wereldoorlogen (355)
Marc VAN TRIMPONT
In het brede spectrum van het collaboratielandschap nemen de oostfronters een heel aparte plaats in. Het waren vrijwilligers die, in de jaren 1941-1945, in het kader van de Waffen-SS en, bij uitbreiding, het NSKK en andere geüniformeerde organisaties, samen met of aan de zijde van de Wehrmacht, dit was het Duitse reguliere leger, streden aan het zogeheten oostfront, voornamelijk in de Sovjet-Unie. Op zijn minst een 40-tal Geraardsbergenaars was erbij betrokken. Een op de vier kwam nooit terug: gesneuveld of vermist. Sommigen belandden in Russische krijgsgevangenschap en van één onder hen weten we dat hij jarenlang in één van de talrijke goelags [sovjet-strafkampen] ploeterde waar hij probeerde te overleven en het ook haalde. Het spreekt voor zich dat het wedervaren van deze jonge Geraardsbergenaars onlosmakelijk verstrengeld is met dat van de eenheden tot dewelke ze behoorden. Deze publicatie is opgebouwd in 3 delen. In Deel 1 maakt de lezer kennis met het Vlaams Legioen. Hij maakt de vuurdoop mee van dit korps, wat later gevolgd door de slag bij Krasny-Bor (Leningrad) waar, voor het eerst, Geraardsbergenaars sneuvelden of vermist werden. In Deel 2 ziet men hoe het Vlaams Legioen als dusdanig werd opgedoekt en opgewaardeerd tot een brigade (mei 1943) en later divisie (september 1944), Langemarck genaamd. De lezer volgt dan het verdere verloop van de gebeurtenissen met o.m. de veldslagen bij Zjytomir, Jampol en Narwa. Opnieuw lieten Geraardsbergenaars het leven. En vanzelfsprekend komt hij ook te weten hoe het de Geraardsbergse oostfrontstrijders die de apocalyptische toestanden overleefden, vergaan is. In Deel 3 wordt ingegaan op bepaalde vragen die als vanzelf rijzen in verband met het fenomeen van de oostfrontstrijders. Na een paar flitsen i.v.m. de Duitse militaire aanwezigheid in Geraardsbergen, wordt een beeld opgehangen van de gewapende collaboratiegroepen in België. Vervolgens maakt men nader kennis met de Waffen-SS versus Allgemeine SS. Verder verwerft men enig inzicht over de motivatie voor het engagement van de oostfrontstrijders. Terloops komt ook het Waals Legioen te berde. Tot slot wordt aandacht besteed aan wat zich voordeed eens de oorlog voorbij.
Verschenen in: Gerardimontium 260
Defensie. Krijgsgeschiedenis. Wereldoorlogen (355)
Marc VAN TRIMPONT
In het brede spectrum van het collaboratielandschap nemen de oostfronters een heel aparte plaats in. Het waren vrijwilligers die, in de jaren 1941-1945, in het kader van de Waffen-SS en, bij uitbreiding, het NSKK en andere geüniformeerde organisaties, samen met of aan de zijde van de Wehrmacht, dit was het Duitse reguliere leger, streden aan het zogeheten oostfront, voornamelijk in de Sovjet-Unie. Op zijn minst een 40-tal Geraardsbergenaars was erbij betrokken. Een op de vier kwam nooit terug: gesneuveld of vermist. Sommigen belandden in Russische krijgsgevangenschap en van één onder hen weten we dat hij jarenlang in één van de talrijke goelags [sovjet-strafkampen] ploeterde waar hij probeerde te overleven en het ook haalde. Het spreekt voor zich dat het wedervaren van deze jonge Geraardsbergenaars onlosmakelijk verstrengeld is met dat van de eenheden tot dewelke ze behoorden. Deze publicatie is opgebouwd in 3 delen. In Deel 1 maakt de lezer kennis met het Vlaams Legioen. Hij maakt de vuurdoop mee van dit korps, wat later gevolgd door de slag bij Krasny-Bor (Leningrad) waar, voor het eerst, Geraardsbergenaars sneuvelden of vermist werden. In Deel 2 ziet men hoe het Vlaams Legioen als dusdanig werd opgedoekt en opgewaardeerd tot een brigade (mei 1943) en later divisie (september 1944), Langemarck genaamd. De lezer volgt dan het verdere verloop van de gebeurtenissen met o.m. de veldslagen bij Zjytomir, Jampol en Narwa. Opnieuw lieten Geraardsbergenaars het leven. En vanzelfsprekend komt hij ook te weten hoe het de Geraardsbergse oostfrontstrijders die de apocalyptische toestanden overleefden, vergaan is. In Deel 3 wordt ingegaan op bepaalde vragen die als vanzelf rijzen in verband met het fenomeen van de oostfrontstrijders. Na een paar flitsen i.v.m. de Duitse militaire aanwezigheid in Geraardsbergen, wordt een beeld opgehangen van de gewapende collaboratiegroepen in België. Vervolgens maakt men nader kennis met de Waffen-SS versus Allgemeine SS. Verder verwerft men enig inzicht over de motivatie voor het engagement van de oostfrontstrijders. Terloops komt ook het Waals Legioen te berde. Tot slot wordt aandacht besteed aan wat zich voordeed eens de oorlog voorbij.
Verschenen in: Gerardimontium 261
Defensie. Krijgsgeschiedenis. Wereldoorlogen (355)
Marc VAN TRIMPONT
In het brede spectrum van het collaboratielandschap nemen de oostfronters een heel aparte plaats in. Het waren vrijwilligers die, in de jaren 1941-1945, in het kader van de Waffen-SS en, bij uitbreiding, het NSKK en andere geüniformeerde organisaties, samen met of aan de zijde van de Wehrmacht, dit was het Duitse reguliere leger, streden aan het zogeheten oostfront, voornamelijk in de Sovjet-Unie. Op zijn minst een 40-tal Geraardsbergenaars was erbij betrokken. Een op de vier kwam nooit terug: gesneuveld of vermist. Sommigen belandden in Russische krijgsgevangenschap en van één onder hen weten we dat hij jarenlang in één van de talrijke goelags [sovjet-strafkampen] ploeterde waar hij probeerde te overleven en het ook haalde. Het spreekt voor zich dat het wedervaren van deze jonge Geraardsbergenaars onlosmakelijk verstrengeld is met dat van de eenheden tot dewelke ze behoorden. Deze publicatie is opgebouwd in 3 delen. In Deel 1 maakt de lezer kennis met het Vlaams Legioen. Hij maakt de vuurdoop mee van dit korps, wat later gevolgd door de slag bij Krasny-Bor (Leningrad) waar, voor het eerst, Geraardsbergenaars sneuvelden of vermist werden. In Deel 2 ziet men hoe het Vlaams Legioen als dusdanig werd opgedoekt en opgewaardeerd tot een brigade (mei 1943) en later divisie (september 1944), Langemarck genaamd. De lezer volgt dan het verdere verloop van de gebeurtenissen met o.m. de veldslagen bij Zjytomir, Jampol en Narwa. Opnieuw lieten Geraardsbergenaars het leven. En vanzelfsprekend komt hij ook te weten hoe het de Geraardsbergse oostfrontstrijders die de apocalyptische toestanden overleefden, vergaan is. In Deel 3 wordt ingegaan op bepaalde vragen die als vanzelf rijzen in verband met het fenomeen van de oostfrontstrijders. Na een paar flitsen i.v.m. de Duitse militaire aanwezigheid in Geraardsbergen, wordt een beeld opgehangen van de gewapende collaboratiegroepen in België. Vervolgens maakt men nader kennis met de Waffen-SS versus Allgemeine SS. Verder verwerft men enig inzicht over de motivatie voor het engagement van de oostfrontstrijders. Terloops komt ook het Waals Legioen te berde. Tot slot wordt aandacht besteed aan wat zich voordeed eens de oorlog voorbij.
Verschenen in: Gerardimontium 262
Defensie. Krijgsgeschiedenis. Wereldoorlogen (355)
Jean MARQUEBREUCK
De auteur schetst de loopbaan van de in de Geraardsbergse deelgemeente Ophasselt bekende en gewaardeerde vroedvrouw Georgine Herpelinck (1913-2006).
Verschenen in: Gerardimontium 209
Geneeskunde. Hygiëne. Farmacie (61)
Rik VAN DAMME
Wanneer we vandaag, nu dertig jaar na de val van de Berlijnse Muur over dienstplicht of de Koude Oorlog spreken , gaan de ogen van veel jongeren even knipperen, want ze kunnen zich nog nauwelijks voorstellen wat het betekende om na je studies “onder de wapens” geroepen te worden. Eens de leeftijd van 17 jaar bereikt werd iedere jongen ingeschreven op de militielijst. De wijkagent kwam dan op bezoek om deze “blijde boodschap “ te brengen. Wanneer je nog studeerde kon je nog uitstel vragen, wat ik dan ook gedaan heb.
Verschenen in: Gerardimontium 290
Rik VAN DAMME
“Voor mij was het goed maar ook genoeg geweest…”. Met deze laatste zinsnede uit mijn legerverhaal wil ik het vierde en laatste deel beginnen; de laatste maanden bij de Grenadiers waren extra zwaar: een opgedreven training voor de wedstrijd stormfuseliers met schietkampen in Leopoldsburg en Unna, compagnietesten, en daarenboven nog oefeningen met scherp in het kamp van Sennelager. Gelukkig zorgden de bataljonsfeesten voor een vleugje ontspanning. Ook hier wogen dus de laatste loodjes het zwaarst zoals uit dit laatste deel zal blijken.
Verschenen in: Gerardimontium 293
Defensie. Krijgsgeschiedenis. Wereldoorlogen (355)